Wijzigen ontwerpbestemmingsplannen

SCHRIFTELIJKE VRAAG

Wij hebben op 4 maart 2024 van de fractie van Sterk Westerkwartier schriftelijke vragen ontvangen over het wijzigen van ontwerpbestemmingsplannen. Wij herhalen hieronder de vragen en voorzien de vragen van onze reactie. Het komt de laatste tijd steeds vaker voor dat ontwerpbestemmingsplannen worden gewijzigd, zoals bijvoorbeeld aan de Rijksstraatweg in Zuidhorn.

Vraag 1
Als raad kunnen wij hier prima mee instemmen, betekent dit dan dat het college ook soepeler zal zijn bij nieuwe voorstellen? Met andere woorden, wordt dit een vrijbrief voor mensen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden?

Antwoord:
Om precedent te voorkomen is in het geval van de Rijksstraatweg in Zuidhorn heel zorgvuldig door ons college overwogen of medewerking verleend kon worden. Hierover is ook separaat overleg met de provincie gevoerd. Er zijn hier specifieke omstandigheden aan de orde, zoals dat het perceel aansluit op toekomstig stedelijk gebied (uitbreiding fase 3b van de Oostergast), waardoor medewerking kon worden toegezegd.

Vraag 2
Zijn er aanvragen uit het verleden die dankzij deze soepelere opstelling van het college nu wel goedgekeurd zouden worden? Heeft het college daar inzicht in?

Antwoord:
Zoals in het antwoord op vraag 1 al is aangegeven heeft ons college geen ‘soepelere’ houding aangenomen. Er zijn specifieke omstandigheden aan de orde waardoor in het geval van de Rijksstraatweg medewerking kon worden verleend.

Vraag 3
Gezien het grote aantal documenten, toelichting, regels, bijlage e.d. dat ingeleverd moet worden, wat wij buitenproportioneel vinden, lijkt het erop dat het behoorlijk wat kost om een goed voorstel op tafel te leggen. Zou er geen QuickScan moeten komen, zodat burgers in een vroeg stadium weten of ze wel of niet aan een voorstel moeten beginnen en dus hier geld, tijd en energie in moeten investeren?

Antwoord:
Voordat een aanvrager besluit een stedenbouwkundig bureau in de arm te nemen, kan hij bij ons een vooroverleg plan indienen. Vanuit een ‘ja, mits houding’ wordt het ingediende plan dan beoordeeld. Op basis van uitkomsten van zo’n vooroverleg kan een aanvrager goed beoordelen wat de kans van slagen is van zijn plan.