SV Sterk WK Indeplaatsstelling Gemeente Westerkwartier
vraag (art. 49 Reglement van orde)
Schriftelijke vraag van de fractie van Sterk Westerkwartier
Ingediend op 27 januari 2025
Ingediend door: René de Vink
Onderwerp:
Indeplaatsstelling Gemeente Westerkwartier
Inleiding: Op 21 januari jongstleden heeft het college de raad op hoogte gebracht op het voornemen van de provincie tot indeplaatsstelling taakstelling Statushouders en haar reactie hierop richting de provincie.
Een indeplaatsstelling is een zwaarwegend middel en wordt gezien als laatste redmiddel om het openbaar bestuur goed te laten functioneren en haar inwoners te beschermen.
Vraag:
1. Zijn er in andere provincies gemeenten in een vergelijkbare of ernstigere situatie op het gebied van huisvesting van statushouders waarbij de provincie (nog) niet is overgegaan tot indeplaatsstelling en zo ja heeft u hier voorbeelden van?
Het is voor ons als partij en mij als persoon moeilijk in te schatten wat de mogelijke consequenties van een daadwerkelijke indeplaatsstelling voor ons als gemeente en onze inwoners kan betekenen.
Vraag:
2. Kan de gemeente ons beter duiden of een voorbeeld geven wat indeplaatsstelling op dit dossier daadwerkelijk kan inhouden?
3. Kan de gemeente ons aangeven welke (financiële) risico’s wij hiermee eventueel lopen?
Antw. SV Sterk WK Indeplaatsstelling Gemeente Westerkwartier
de raad van de gemeente Westerkwartier per mail via griffie@westerkwartier.nl
Contactpersoon
E. de Jong
Kenmerk 1969211635
Datum 28 januari 2025
Onderwerp
Indeplaatsstelling taakstelling Statushouders
Geachte leden van de raad,
Op 27 januari heeft de fractie van Sterk Westerkwartier op grond van artikel 49 Reglement van orde schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van onze informatiebrief d.d.21 januari over de indeplaatsstelling door de provincie Groningen. Deze vragen en onze antwoorden daarop treft u hieronder aan. Voorafgaand aan de beantwoording vindt u een toelichting over de indeplaatsstelling.
Algemeen
Indeplaatsstelling betekent dat het college van gedeputeerde staten namens het gemeentebestuur (de raad, het college of de burgemeester) zelf in de uitoefening van een taak kan voorzien. De bevoegdheid tot indeplaatsstelling heeft betrekking op de uitoefening van taken die voortvloeien uit een wet in formele zin en die in medebewind aan raad, college of burgemeester zijn opgedragen. Bij dergelijke taken vervullen gedeputeerde staten de rol van toezichthouder. Bij de Huisvestingswet 2014 en de daarin opgenomen taakstelling huisvesting statushouders is dit het geval.
Kenmerkend voor de gemeentelijke taakstelling op grond van de Huisvestingswet 2014 is dat het om een resultaatsverplichting gaat. Op grond van artikel 124 lid 1 Gemeentewet, leidt de indeplaatsstelling ertoe dat de toezichthouder ten laste van de gemeente in het gevorderde resultaat voorziet. De kosten van de indeplaatsstelling komen dan voor rekening van de gemeente.
De indeplaatsstelling heeft op grond van artikel 124c Gemeentewet tot gevolg dat het college van gedeputeerde staten over de bevoegdheden van het gemeentebestuur beschikt, zoals dat is bepaald voor de specifieke taak waarvoor in de plaats wordt getreden.
Postadres
Contact Pagina Postbus 100 Telefoon 14 0594 www.westerkwartier.nl
Het gaat hierbij zowel om de publiekrechtelijke als de privaatrechtelijke bevoegdheden. Het college van gedeputeerde staten kan derhalve besluiten nemen maar ook overeenkomsten aangaan. In geval van de huisvesting van statushouders treedt het college van gedeputeerde staten in de bevoegdheden die het college van burgemeester en wethouders heeft. Het college van burgemeester en wethouders, maar ook de gemeenteraad, wordt daarmee buitenspel gezet. Van de gemeente (college, raad en organisatie) wordt bij een dergelijke indeplaatsstelling een meewerkende houding verwacht.
Vragen en antwoorden
Zijn er in andere provincies gemeenten in een vergelijkbare of ernstigere situatie op het gebied van huisvesting van statushouders waarbij de provincie (nog) niet is overgegaan tot indeplaatsstelling en zo ja heeft u hier voorbeelden van?
Wij hebben geen voorbeelden kunnen vinden van andere provincies en hun werkwijze ten aanzien van gemeenten die de taakstelling niet halen.
Kan de gemeente ons beter duiden of een voorbeeld geven wat indeplaatsstelling op dit dossier daadwerkelijk kan inhouden?
De provincie neemt zoals gezegd de regie over, en zet daarmee het college van burgemeester en wethouders én de gemeenteraad voor wat betreft de uitvoering van deze taak buitenspel. De provincie mag de kosten die gemaakt worden doorbelasten aan de gemeente. Voor concrete invulling verwijzen we u naar de informatiebrief die we op 21 januari hebben verzonden. We hebben deze tekst hieronder herhaald en voorzien van enkele voorbeelden. De provincie heeft aangegeven sowieso een projectleider aan te trekken. Opties die de provincie verder overweegt zijn:
• het ontwikkelen van doorstroomlocaties. Denk daarbij aan de doorstroomlocatie die we voornemens zijn in Doezum te realiseren;
• het aankopen van particuliere woningen om daarin statushouders te vestigen.
• het aankopen van leegstaand vastgoed en dit om te bouwen naar woningen. Dit kan variëren van een kantoorpand of bedrijfshal tot maatschappelijk vastgoed zoals een school.
• afspraken maken met de woningcorporatie. In ons geval is dat Wold en Waard. De Provincie kan bijvoorbeeld met de corporatie afspreken om nog meer sociale huurwoningen aan statushouders toe te wijzen;
• afspraken maken met particuliere verhuurders;
• het plaatsen van tijdelijk woonunits in de vorm van bijvoorbeeld containerwoningen;
• het huren van hotelkamers, waarbij dit ook buiten onze gemeente kan zijn.
Verder kan het college van gedeputeerde staten medewerking vorderen van de gemeente door de terbeschikkingstelling van ambtenaren en faciliteiten. Bij de toepassing van de indeplaatsstelling geldt een aantal spelregels op grond van de Gemeentewet, het Algemene beleidskader, het provinciale beleidskader en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Zo mogen de kosten niet onnodig hoog oplopen. Om de kosten te minimaliseren wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de gemeentelijke organisatie en expertise. Verder moet sprake zijn van proportionaliteit. De wijze waarop de indeplaatsstelling wordt geëffectueerd kan volgens de provincie variëren van heel licht tot heel zwaar. Relevant hierbij is het antwoord op de vraag wat de oorzaak van de achterstand is en welke maatregelen we als gemeente hebben getroffen om de achterstand in te halen. Kan de gemeente ons aangeven welke (financiële) risico’s wij hiermee eventueel lopen?
Wij zien in ieder geval drie risico’s.
Het eerste risico dat we zien zijn de kosten. In beginsel mag de provincie alle maatregelen nemen die ze nodig acht om de achterstand in te lopen en de kosten daarvan aan de gemeente in rekening brengen. Zoals gezegd mogen deze niet onnodig hoog oplopen maar tot het moment dat de taakstelling is gerealiseerd mogen de kosten worden gemaakt.
Een tweede risico dat we zien betreft de zorgvuldige beleidsvoorbereiding, de impact op andere ontwikkelingen en het maatschappelijk draagvlak. De huisvesting van statushouders is één van de vele uitdagingen waar we als gemeentebestuur voor staan. In de planvorming en de uitvoering wegen we daarom mogelijke maatregelen zorgvuldig af tegen andere – eveneens prioritaire ontwikkelingen. Bij een indeplaatsstelling kan de provincie andere prioriteiten stellen, ongeacht de vraag of dat verstorend werkt voor de overige prioritaire ontwikkelingen. Verder hechten wij eraan bij iedere ontwikkeling te investeren in maatschappelijk draagvlak. Daar hoeft de provincie bij een indeplaatsstelling in beginsel geen rekening mee te houden.
Een derde risico dat we zien is het ontbreken van rechtsmiddelen tegen de daadwerkelijke uitvoering van de indeplaatsstelling als de provincie iets doet waar wij het niet mee eens zijn. De provincie heeft in beginsel de vrije hand zo lang de taakstelling niet is ingehaald.
Wij vertrouwen uw vragen hiermee voldoende te hebben beantwoord. Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier,
A. van der Tuuk, burgemeester
R. Kleijnen, secretaris
0 reacties